In de arbeidsovereenkomst van de werknemer staat dat eventueel overwerk in het salaris is inbegrepen. In dit geval blijkt het toch in strijd met goed werkgeverschap.
Voor de compensatie van overuren bestaat er geen algemene wettelijke regeling. De door partijen gemaakte afspraken zijn in beginsel leidend. In dit geval komt de kantonrechter tot het oordeel dat het aantal gewerkte overuren niet in verhouding staat tot de in het loon verdisconteerde vergoeding voor eventuele overuren. De werkgever moet de gevorderde overuren uitbetalen op basis van goed werkgeverschap.
Wat speelde er?
De werknemer heeft in opdracht van de werkgever extra gewerkt. Het compenseren van overuren is niet wettelijk geregeld en hetgeen partijen daarover afspreken is in beginsel leidend. In de arbeidsovereenkomst staat dat met de uitvoering van de werkzaamheden een langere gemiddelde werktijd gemoeid kan zijn en dat de vergoeding voor overuren in het salaris wordt geacht te zijn inbegrepen. Het salaris van de werknemer is 2400,- bruto per maand inclusief vakantietoeslag. Er is geen cao van toepassing. De werknemer heeft zelf de registratie bijgehouden en in deze procedure worden niet alle extra gewerkte uren gevorderd. De werknemer vordert betaling van 154 overuren, gemaakt in een periode van 4 maanden.
De werknemer moest in de praktijk vrijwel iedere dag overwerken. De werknemer betwist de afspraak in de arbeidsovereenkomst niet. Hij vordert geen vergoeding voor de overuren die hij voor zijn normale werkzaamheden op de gebruikelijke werkdagen heeft gemaakt. De vordering ziet uitsluitend op de 154 uren die hij heeft gemaakt in het weekend en de avonden na de reguliere werkzaamheden.
Oordeel kantonrechter
De kantonrechter oordeelt dat het aantal gewerkte overuren niet in verhouding staat tot het loon en de daarin verdisconteerde vergoeding voor eventuele overuren. De overuren zijn bovenmatig en moeten op basis van goed werkgeverschap worden vergoed. Een werkgever kan in redelijkheid niet van een werknemer verwachten dat hij zoveel extra werk verricht, zonder dat extra werk geldelijk te belonen dan wel op een andere manier te compenseren.
De werkgever stelt dat de werknemer tijd-voor-tijd heeft gecompenseerd. Dat geldt volgens de werknemer echter niet voor de 154 gevorderde uren. De werkgever is niet op de zitting aanwezig en kan het verweer dan ook niet onderbouwen. De kantonrechter oordeelt dat de werkgever de overuren, inclusief vakantietoeslag, moet uitbetalen. Inclusief een gematigde wettelijke verhoging en de wettelijke rente.
Conclusie
Overwerk hoort bij de functie. Partijen zijn vrij om afspraken te maken over een eventuele compensatie voor overwerk, maar er zijn wel degelijk grenzen. In dit geval is het aantal overuren bovenmatig en het niet compenseren, is mede in combinatie met het salaris van de werknemer, in strijd met het goed werkgeverschap.